Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Wee [1]dengenen, die in Egypte [2]om hulp aftrekken, en steunen [3]op paarden, en vertrouwen op wagenen, omdat er vele zijn, en op ruiters, omdat die zeer machtig zijn; en [4]zien niet op den Heilige Israels, en [5]zoeken den HEERE niet. 1. Dit deden die van Jeruzalem. 2. Te weten, tegen Sanherib, den koning van Assyrie; vergelijk 2 Kon.18:21,24. 3. Versta, de sterke paarden van Egypte gelijk blijkt vs.3. 4. Zie boven hfdst.29 vs.19. 5. Te weten met het gebed, of raadvragen Hem niet.